Spel terminologie

Area Control
Houd zoveel mogelijk land onder controle, voor punten of grondstoffen.

Voorbeelden: Risk, Caesar, Carcassonne.

Automa
Een denkbeeldige tegenstander die in een solospel gebruikt wordt. Deze tegenstander heeft meestal eigen speelstukken en voert zelfstandig acties uit, aan de hand van een stapel kaarten. Deze kaarten vertellen de speler welke acties de tegenstander uitvoert. Soms worden spellen met een automa geleverd, maar deze kan soms ook los aangeschaft worden. Als een spel geen officiële automa kent, wordt deze soms door spelliefhebbers gemaakt.

Voorbeelden: Patchwork, Wingspan, Isle of Cats.

Board Game Arena (BGA)
Een website waarop veel bordspellen gespeeld kunnen worden. Spelliefhebbers kunnen een gratis account aanmaken, maar er is ook een betaald account. Op moment van schrijven biedt dit voornamelijk voordelen om zelf alle spellen zelf te kunnen starten.

Board Game Geek (BGG)
Een website met een uitgebreide database van alle spellen die bestaan. Daarnaast biedt de website forums, reviews, nieuws en nog veel meer. Spelliefhebbers kunnen gratis een account aanmaken om hun eigen collectie online bij te houden.

Casual spel
Zie “familiespel”.

Closet of Opportunity (CoO)
Spellen die iemand in eigendom heeft, maar nog niet heeft gespeeld.

Synoniem: Shelf of Shame (SoS).

Co-op(eratief)
Speel met elkaar als team, in plaats van tegen elkaar.

Voorbeelden: Paleo, De Legenden van Andor, Pandemic.

Deck Builder
Iedere speler heeft een eigen trekstapel (deck) kaarten, dat continu uitgebreid wordt. Spelers ‘kopen’ kaarten met waardes als geld, grondstoffen, gebouwen etc. Als een speler al diens kaarten gespeeld heeft, schudt die zijn deck tot een nieuwe trekstapel.

Voorbeelden: Dominion, De Taveernen van de Oude Stad, De Verdwenen Ruïnes van Arnak, De Zoektocht naar El Dorado.

Detective spel
Spelers lossen zelfstandig of samen een mysterie op.

Voorbeelden: Micro Macro, Sherlock Holmes Consulting Detective, The Animals of Baker Street.

Dexterity
Een spel waarbij spelers fysiek opdrachten uitvoeren, waarbij naast strategisch vermogen, vaardigheden zoals coördinatie, reflexen etc. van belang zijn.

Voorbeelden: Kluster, Jenga.

Drafting
Een manier om kaarten, dobbelstenen of andere spelelementen te verdelen onder de spelers, door middel van een selectieproces. Dit houdt meestal in dat alle spelers een aantal handkaarten krijgen, waarvan zij er één moeten kiezen en de rest door moeten geven aan de volgende speler.

Zie ook: “Open drafting”.

Voorbeelden: Mille Fiori, Draftosaurus, 7 Wonders, It’s a Wonderful World.

Engine Builder
Iedere speler bouwt een eigen systeem (engine) om overwinningspunten te genereren. Dit systeem moet tijdens het spel steeds beter gaan functioneren, door bijvoorbeeld meer karakters vrij te spelen, acties te upgraden of versterkende combinaties te maken. Daardoor kan een lawine van acties ontstaan.

Voorbeelden: Wingspan, Clever, De Kwakzalvers van Kakelenburg, Machi Koro, Splendor.

Escape Room
Spelers lossen een serie puzzels op om te ‘ontsnappen’, meestal binnen een vastgestelde tijd. Veel escape room spellen kan je maar één keer spelen, omdat je spelonderdelen moet bekrassen, scheuren, knippen etc.

Voorbeelden: EXIT, Escape Room The Game, Pocket Escape.

Expertspel
Spellen met veel tactische keuzes en een breed scala aan mogelijkheden. Het zijn vaak moeilijke spellen, met veel regels en een lange speelduur. Een potje duurt gemiddeld 2 uur of langer. Expertspellen hebben vaak een wat duister thema.

Voorbeelden: Sleeping Gods, Gloomhaven, Scythe, Maracaibo, Food Chain Magnate.

Familiespel
Spellen die niet al te moeilijk zijn en niet al te lang duren. Omdat ze makkelijker te leren zijn, zijn deze spellen toegankelijk voor een breed publiek; van jong tot oud. Een gemiddeld familiespel duurt ongeveer 45 minuten.

Voorbeelden: New York Zoo, Meeple Land, Ticket to Ride, De Zoektocht naar El Dorado, De Kwakzalvers van Kakelenburg.

Flip & Write
Spelers draaien kaarten om en vullen de uitslag in op hun scorevel. Dit mechanisme bestaat ook met dobbelstenen in plaats van kaarten; Roll & Write.

Voorbeelden: Welcome to…, Silver & Gold, Trails of Tucana.

Gateway-spel
Een spel dat als een opstapje dient naar spellen van een ander niveau, doordat bepaalde aspecten van het spel moeilijker zijn dan de rest. Meer tactische keuzes, meer regels, meer mogelijkheden.

Voorbeelden: Tapestry, Rovers van de Noordzee, The Castles of Burgundy, Clank.

Legacy spel
Een legacy spel wordt tijdens het spelen (meestal permanent) veranderd, door het gebruik van stiften, stickers of ander bijgeleverd materiaal. Potjes zijn vaak onderdeel van een doorlopend verhaal. Ieder nieuw potje begin je met de nalatenschap van de potjes ervoor; de legacy.

Voorbeelden: Machi Koro Legacy, The King’s Dilemma, My City

Open Drafting
Een manier om kaarten, dobbelstenen of andere spelelementen te verdelen onder de spelers, door middel van een selectieproces. Dit houdt meestal in dat alle spelelementen zichtbaar zijn voor alle spelers, waarbij spelers om beurten een element naar keuze selecteren.

Zie ook: “Drafting”.

Voorbeelden: Ark Nova, 7 Wonders Duel, Dune: Imperium.

Partyspel
Veelal spellen die met grote(re) groepen gespeeld kunnen worden en daarnaast geschikt zijn voor (bijna) iedereen. Vaak zijn ze snel uit te leggen en duren potjes relatief kort. Ook zijn partyspellen vaak gericht op ontspanning en humor.

Voorbeelden: Weerwolven, Codenames, Trapwords, Throw Throw Burrito.

Roll & Write
Spelers werpen dobbelstenen en vullen de uitslag in op hun scorevel. Dit mechanisme bestaat ook met kaarten in plaats van dobbelstenen; Flip & Write.

Voorbeelden: Qwixx, Railroad Ink, Chili Dice, Yahtzee.

Shelf of Shame (SoS)
Spellen die iemand in eigendom heeft, maar nog niet heeft gespeeld.

Synoniem: Closet of Opportunity (CoO).

Slagenspel
Kaartspellen waarbij iedere speler een kaart uit de hand moet spelen. De eerste kaart bepaalt de kleur die gevraagd wordt, de rest moet hier indien mogelijk bij aansluiten. De hoogste gespeelde kaart wint alle kaarten van die ronde; de slag.

Voorbeelden: De Crew: Missie Diepzee, De Vos in het Bos, Hartenjagen.

Solo(modus)
Een spel dat gemaakt is voor één speler, of door één gespeeld kan worden. Dit kan door een solomodus, waarbij een speler diens eigen beste score probeert te verbeteren, met aangepaste regels speelt, of gebruik maakt van een automa.

Voorbeelden: Under Falling Skies, Vrijdag.

Tile Placement
Leg één of meerdere tegels op de juiste plek, voor een beloning of de winst.

Voorbeelden: Patchwork, My City, Isle of Cats.

Worker Placement
Iedere speler heeft een bepaald aantal speelstukken tot diens beschikking, zoals pionnen of meeples. Deze speelstukken, ‘workers’, worden op het spelbord geplaatst, waar ze een actie uitvoeren, zoals grondstoffen verzamelen, aanvallen of meer ‘workers’ creëren.

Voorbeelden: Creature Comforts, De Verdwenen Ruïnes van Arnak, Agricola, Stenen Tijdperk.